Over het algemeen weet ik onze vakanties slinks te combineren met het bezoek aan een aantal wijnhuizen. Aangezien Iris al behoorlijk aan de zwangere kant is, leek het mij dit jaar een tikje ongepast. Ik wilde haar niet folteren met de aanblik van pittoreske Italiaanse wijngaarden en buitensporige proeverijen in combinatie met rauwmelkse kazen en rauwe hammen. De lokale bevolking leek het principe geheelonthouding overigens iets minder serieus te nemen, maar soit, ieder z’n meug.

Afijn, ik zal u de vakantiedia’s besparen, maar ik kon het toch niet laten om er een flitsbezoek tussen te persen. Ik had mijn zinnen gezet op Weingut Lorenz in de Nahe, Duitsland. Ik ben namelijk sinds ik in februari dit jaar mijn eerste stapjes binnen De Ware Jacob zette al wild enthousiast over de zuivere stijl en prijs/kwaliteit verhouding van de wijnen van Ollie en Johanna.

De oplettende lezer zal zich afvragen waarom ik een gebied in de buurt van Stuttgart uitzoek terwijl ik in Italië op vakantie ben. Wel, het leek me fijn om op de terugreis een tussenstop te hebben, zodat we niet 14 uren achter elkaar hoefden te schakelen en aangezien ik reed heb ik dat als excuus aangegrepen om die tussenstop enigszins in mijn voordeel te duwen. Het werkte verrassend motiverend kan ik u zeggen. Vooral toen we, met nog geen 2 wielen in Duitsland bekend raakten met het fenomeen LKW Stau. Ik ben dan ook van mening dat ze Stuttgart beter om kunnen dopen naar Staugart, dat zou de verwachtingen enigszins bijschaven.

Een hoop Duitse krachttermen en vers aangeleerde Italiaanse handgebaren verder, hebben we uiteindelijk genoten van een welverdiende nachtrust in Bad Kreuznach.

De volgende dag stapten we met het goede been uit bed om onze weg te vervolgen naar de rand van Bad Kreuznach, waar het weingut zich bevindt. Wat wij aantroffen was precies wat ik hoopte. Grove balken, creme gepleisterde muren en de naam Lorenz in grote Gotische letters. Als een blij klein meisje huppelde ik bijna over het terrein. Johanna had ons al opgemerkt en kwam ons tegemoet. Wat koetjes, kalfjes en een boks (het blijft een ongemakkelijke vervanger van het handen schudden) verder, leidde ze ons naar de opslag c.q, kelder. Daar doemden al heel wat bekende flessen op als de Chardonnay, Weisser Burgunder, Valentin Riesling, Spätburgunder, Grauer Burgunder en mijn persoonlijke favoriet, de Tatort Bruckus Riesling Erste Lagen.

Johanna liet er geen gras over groeien en vroeg meteen of we wat wilden proeven. Een vrouw naar mijn hart. Na een vluchtige blik over de buik van Iris, wendde ze zich vervolgens, wat betreft dit onderwerp tot mij. We hadden maar 2 uren de tijd, dus ik vroeg of ik naast hun Sauvignon Blanc nog hun 2 andere Riesling Erste Lagen mocht proeven. Deze dragen ook de overkoepelende naam ‘Tatort’. Ik kan het, bij het horen van die naam, toch niet helpen om mij te voelen als een figurant in een matige Duitse krimi. De Sauvignon droeg de kenmerkende groene geur, intens aromatisch en de mineraliteit die mij in eerste instantie verliefd deed worden op Duitse wijnen. Een puike start.

De beide Rieslings lieten zien wat een immens verschil in terroir er kan zijn binnen een klein gebied. De een bracht een vrouwelijke elegantie met een bloemig karakter die ik herkende van de Riesling Valentin, terwijl de andere een meer ‘ruwe bolster, blanke pit’ karakter had met een zelfs ziltige afdronk. Genieten.

Na een niet geringe lofzang van mijn kant, heeft Johanna de rest van de tijd besteed om het bedrijf en enkele wijngaarden te laten zien. Eenmaal aan de achterzijde van het pand doemde er een Victoriaans achtige tuin op, waarbij ze zei dat daar elk jaar een aantal overdadige wijnfeesten worden georganiseerd voor vrienden, bekenden en relaties. Ik heb maar gevraagd of ze mij tegen die tijd een seintje zou willen geven, want ik ben niet vies van een wijnfeest. Het is de reis vanuit Utrecht meer dan waard, me dunkt.

Eenmaal terug gekomen bij het proefgedeelte, kwam Ollie ook net terug van de wat verder gelegen wijngaarden. Net als Johanna een vrolijk en aimabel persoon. Hij vroeg of we nog wat wilde drinken en mijn ogen gleden hongerig af naar de Riesling Paradies. Een uitstekend glas wijn voor rond het middaguur. De vader van Ollie had hier inmiddels ook lucht van gekregen en vroeg bij binnenkomst aan Ollie of ‘dat’ zijn glas was en schonk zichzelf even wat in, dronk het in een geoefend tempo op en vervolgde zijn weg naar de dichtstbijzijnde trekker. Ik kon dat wel waarderen.

Iris bleef ook niet geheel gespaard. Ze schijnen voor familie en vrienden ook een wijn te maken die ze met omgekeerde osmose ontdoen van alcohol. Heel toepasselijk ‘Mutti’ genaamd. Aangezien ze geen toegevoegde suikers gebruiken om smaak te veinzen en de wijn van oorsprong volledig is uitvergist, was het een heerlijke droge stijl Riesling, met een milde tinteling op de tong. Zo zie je maar weer, als je ernaar op zoek bent vang je bot, maar per toeval stuit je op een degelijk alcoholvrij alternatief. Iris was zo enthousiast dat ze van Johanna bij vertrek nog snel 6 flesjes in de handen kreeg gedrukt.

De familie schijnt nog veel meer om handen te hebben. Zo is de broer van Ollie de Patron van het Bonnheimer Hof en zorgt moeders dat alles in het proeflokaal ‘Weinkolonnade’ in het centrum op rolletjes loopt. Zo heeft eenieder zijn of haar eigen taak en heb je geen twee kapiteins op een schip. Well played vaders, well played.

Overigens vroeg Ollie, al grijnzend, opvallend vaak of wij bij De Ware Jacob nog een overzichtsproeverij in het verschiet hebben en of we daarbij zijn aanwezigheid kunnen waarderen. Bevestigend knikte ik hevig en zei meteen dat we nadien meteen even bij kunnen kletsen onder het genot van een glas bier in een van de talloze kroegen. Dit had hij zelf ook al in gedachten. Geloof me, er zijn weinig dingen zo lekker dan een goed glas pils na een wijnproeverij. U zal hem dus nog zeker tegenkomen in Amsterdam.

Helaas moesten we veel te snel terug naar huis om de grootste stau voor te zijn. Dit laatste is overigens niet gelukt, maar door de euforische staat wegens het begin van onze dag, kon het ons niet deren.

Proost!

Hanno Schuller