Het klapstuk van Soprasasso: de Amarone della Valpolicella. Deze geconcentreerde rode wijn wordt gemaakt van vier druivenrassen: corvina, corvinone, rondinella en molinara druiven. De eerste twee zijn de belangrijkste en domineren de blend. Deze druiven gedijen op klei- en kalksteenrijke bodems in het hart van het Valpolicella-gebied.

Na de oogst worden de druiven gedroogd in ruimtes die speciaal daarvoor geconditioneerde ruimtes. Tijdens dit proces verliezen de druiven vocht, terwijl smaken en suikers concentreren. Het worden als het ware rozijntjes. Na het drogen worden de druiven gekneusd en vindt de alcoholische gisting plaats. Daarna volgt de persing en een rijping van de wijn op eikenhouten vaten. Het resultaat is een geconcentreerde wijn met fluweelzachte tannines en aroma’s van rijp en gedroogd fruit, specerijen en verfijnde houtinvloeden.