Deze Prosecco Sur Lie neemt je mee terug in de tijd. Dit is namelijk hoe men vroeger Prosecco dronk: met de gisten nog in de fles. Aroma’s van kweepeer, honing en brioche in de neus. Fluwelig en mineralig in de mond.

De meeste Prosecco wordt volgens de méthode charmat gemaakt, dit wil zeggen hergisting in roestvrijstalen kuipen. Vele decennia terug bestond deze technologie echter nog niet, maar Prosecco wel. De plaatselijke wijnbouwers uit de heuvels van Valdobbiadene lieten de stille wijn herfermenteren in de fles door toevoeging van een tikkeltje suiker, net zoals bij Champagne of Cava. Maar anders dan bij de methode Champenoise verwijderde men de gisten achteraf niet uit de fles. Omdat de uitgewerkte gistcellen verzamelen op de bodem, wordt deze traditionele Prosecco ook ‘col fondo’ genoemd, ‘met een bodempje’. Dit type schuimwijn is minder verfrissend dan een moderne Prosecco, maar heeft een fluweligere textuur, meer bewaarpotentieel en boeiende aroma’s.