Hongarije heeft een lange en rijke wijnhistorie. Zo is Tokaj het oudste wijngebied van Europa dat ooit geclassificeerd is (ruim een eeuw eerder dan Bordeaux). Onder het communisme werden wijngaarden genationaliseerd en kwam de nadruk op quantiteit te liggen hetgeen de kwaliteit bepaald niet ten goede kwam. Maar Hongarije is terug van weggeweest. Eeuwenoude terroirs zijn opnieuw beplant, veel westers geld is geïnvesteerd in de modernste vinificatie methoden. Hongaarse wijnen zijn spannend interessant, mede door gebruik van inheems druiven.

Carpinus is een kleinschalige familiebedrijf gerund door Edit en haar broer Istvàn. Edit heeft zich gespecialiseerd in de zoete dessertwijnen waar de regio beroemd om is. Istvàn zorgt voor de droge witte wijnen. Van de zoete wijnen heeft De Ware Jacob er een aantal in het assortiment maar vandaag richten we ons op de droge witte wijnen.

De wijngaarden zijn voornamelijk aangeplant op het zuiden- en zuidwesten met het autochtone druivenras Furmint. De complexe samenstelling van de bodems bestaat naast klei uit vulkanisch gesteente waaronder turfsteen andesiet, daciet en geërodeerd löss. Droge witte wijnen van de Furmint druif kenmerken zich over het algemeen door frisse zuren en een kruidige smaak. Istvàn volgt elk proces in de wijngaard nauwlettend vanuit zijn overtuiging dat goede wijn alleen voort kan komen uit prachtig gezonde druiven.

De druiven voor deze Grand Reserve zijn afkomstig uit drie verschillende eersteklas wijngaarden waarbij alleen de gezonde Furmint-trossen zijn geselecteerd. Na het sorteren van de druiven en het persen van hele trossen, werd de most gefermenteerd en gerijpt in Hongaarse eikenhouten vaten en bewaarden we hem 6 maanden op fijne droesem met battonage.

Deze Grand Reserve Furmint heeft geuren van steenfruit en specerijen in de neus, zelfs een beetje aards en complexe minerale tonen in de mond. De wijn heeft een lange afdronk waarin de rijping in houten vaten merkbaar is door lichte tanninevorming. Een wijn met groot bewaarpotentieel.