We zien tegenwoordig steeds meer wijnen op de markt verschijnen met een schroefdop. In het park op een zonnige zomerse dag met een picknickmand onder de arm, is een wijntje met een schroefdop best handig. Lekker makkelijk, in één draai is de dop eraf en laat het spraakmakende vocht maar vloeien. De vraag die bij mij naar boven borrelt is, wat zijn nu de voor- en nadelen van een schroefdop of kurk?

Een groot nadeel van kurk is dat de wijn aangetast kan worden door het zogenaamde kurkschimmel. De wijn heeft dan een muffe smaak, je ruikt een vochtige kelder of een zak met oude aardappelen. Maar deze schimmel zit niet alleen in kurk en kan ook voorkomen op plekken waar de wijn wordt gemaakt in bijvoorbeeld opslagtanks. Dus wijn met een schroefdop kan een enkele keer ook bedorven zijn door de kurkschimmel. Het is wel zo dat deze kans vele malen minder is dan met de kurkafsluiting.

Ik vroeg het aan een wijnmaker die ik tegenkwam op een proeverij. Hij vertelde me: ‘We gebruiken schroefdoppen voor jonge wijnen die je binnen 2 jaar drinkt. Kurk is een prachtig natuurproduct, want als een spons zuigt de kurk zich vast in de fles. Een kurk laat in het verouderingsproces van de wijnen minimale beetjes zuurstof door. Maar het grote nadeel is de kurkschimmel. In onze laatste oogst was een paar procent van de gebottelde flessen aangetast. Dat is een financieel verlies.’

Vooralsnog kan een schroefdop de kurk nog niet vervangen. Er zijn inmiddels ook andere alternatieven op de markt zoals een kurk van kunststof of een mooie glazen afsluiting, een soort stolpje. Het nadeel van kunststof kurken is weer dat zij zich totaal vastzuigen in de fles en erg moeilijk zijn om te openen. Ik ben blij dat ik nog in het tijdperk leef van de ouderwetse kurk waardoor ik het ‘plop’ ritueel kan blijven herhalen.